maandag 30 juli 2012

Hebban olla vogala nestas bigunnan

Ik lees: Hebban olla vogala nestas bigunnan hinase hi enda thu. Uuat unbidat ge nu.





Met hebban begint de zin en het lijkt daarmee op een vraag, omdat die zinsvolgorde aangehouden wordt. Maar het vraagteken ontbreekt of is door de kopiist weggelaten.
Olla. In de directe rede (want daarin staan deze twee zinnen met jij en ge) is alle (olla) zelden meer dan vijf.
Vogala. Vogel moeten wij hier lezen in zijn oudste betekenis: afgerichte valk, vogel op de hand. Dit laat ook de etymologie van vogel, die ik elders zal geven, zien. Vogel op de hand betekent huwelijk. Deze betekenis ontleend aan het Germaanse huwelijksritueel is de oudste van vogel.
Nestas. Bij nesten weegt waarschijnlijk de al oude betekenis huwelijksbed mee.
Bigunnan. En dus niet hagunnan, dat indertijd zo gevormd is om aan het stafrijm te voldoen.
Hinase. Een onmogelijk woord, maar we schijnen niet anders te kunnen lezen.
Hi enda thu. Ik lees hi, omdat dat er staat. Omdat de Nederlandse tekst primair is aan de Latijnse, voorafgaat, moet de Nederlandse tekst niet aangepast worden aan de Latijnse, dus hi niet veranderen in hic.
Uuat unbidat ge nu. Zo wordt het ook gelezen in het Corpus van Middelnederlandse teksten II, 1, 130.
Betekenis: Zijn alle (dit zijn er misschien 4) valken (op de hand) (van je familie) nesten begonnen (?), behalve hij (dat is de valk van zijn vrouw) en jij (dat is zijn valk). Wat verwacht ge nu?

Olla vogala in de geschiedenis.
De kopiist van olla vogala is Lanfranc of Lanfrancus, aartsbisschop van Canterbury sinds September 1070. Hij is herkenbaar aan de bijschriften en de Latijnse vertaling van olla vogala. Hij schrijft dit 13 November 1070. Hij kopieert een tekst uit 960. Daarmee heeft Schönfeld gelijk, die de taal van olla vogala als tiende-eeuws kwalificeerde. Aan het woord is Megenfridus [865], die tot de valse opvolgingsgeschiedenis behoort, zoals bv. beschreven in J.N. Despars, Cronijcke van den Lande ende Graefscepe van Vlaenderen, deel I. Megenfridus was gehuwd, maar is later monnik geworden. Over zo'n situatie gaat het in olla vogala.
Eerste bijschrift: 'Sancti Nicholai festa ualde sancti' (= feest van de zeer heilige Nicolaas). Hier wordt de heilige Nicolaas I de Grote aangeroepen, in 858 tot paus gekozen. Feestdag 13 november. Hij wordt hier vermeld vanwege zijn verdienste voor het kerkelijk huwelijksrecht. In Pavia, waar Lanfranc tot zijn dertigste woonde, was een kapel van deze heilige Nicolaas. Tijdens de ambtstermijn van Lanfranc als aartsbisschop van Canterbury werden een hospitaal en een kerk naar deze heilige Nicolaas vernoemd. Lanfranc citeert olla vogala uit een juridisch geschrift, nl. het Latijnse geschrift, dat Willem de Veroveraar uit Gent meenam naar Engeland en waar hij zijn rechten op de Engelse troon op baseerde. Lanfranc was de jurist van Willem de Veroveraar.
Tweede bijschrift: 'Age iam'. Dit is een gedicht van Prosper van Aquitanië, dat verwijst naar de monnik die getrouwd is. Weer een verwijzing naar huwelijk en het wijst erop dat ook olla vogala over huwelijk handelt.
Derde bijschrift (begin): 'Cordarum modulos pangamus nobile melos' (Laten we het edele klinken van de snaren doen horen). Dit gedicht dient als opmaat van de Latijnse "vertaling" van olla vogala.
De Latijnse "vertaling" van olla vogala: 'Abent omnes uolucres nidos inceptos nisi ego et tu. quid expectamus nu[nc]'. Dat Lanfranc met deze "vertaling" poëzie wil schrijven, blijkt uit het woord volucres, dat van Vergilius afkomt en een typisch poëziewoord is. Verder "vertaalt" hij hi in ego, omdat hij de oorspronkelijke tekst niet begreep en er daarmee meer poëzie van maakte. Lanfranc was tot zijn dertigste leraar poëzie in Pavia.
Canterbury November 1070. De soldaten van Willem de Veroveraar hebben 2 boeken met preken in Oudengels schrift, beroofd van hun prachtband, samen met het geschrift, waarin de opvolgingsrechten van Willem de Veroveraar op de Engelse troon beschreven staan, op de werktafel van Lanfranc, aartbisschop van Canterbury, neergelegd. Omdat Lanfranc Oudengels niet kon lezen, kon hij het boek makkelijk als kladbloc gebruiken. Het opvolgingsrechtengeschrift dateert van 960 uit Gent.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten